Historie van erve Vedder in buurtschap Meer bij Den Ham (Ov)

1675. Vuurstedegeld Fledder pauper.                       
1701. Zoutgeld de Vedder -10-.
1723. Hoofdgeld de Vedder 2

3-6-1729. R.A. Schoutambt Ommen en Den Ham. Overdracht van grond:
Verkoper is Antony van der Hulst van Eelen namens zijn zuster Everdina Maria van der Hulst aan Gerrijt Luicassen, man van Grietien Gerrijtsen, op het Vedders te Meer; het betreft 2 stukken saayland en de Snijdersmate gelegen op de Reymerink Camp te Meer onder de klokke van Den Ham voor totaal f 575,-. De grond is in 1659 gekocht door de vader van de verkoper.

1733. 1000e Penning de Vedder 500
1738. 1000e Penning Gerrit Luicas op Vedder 500

1748. Volkstelling.
Harmen Jansen en vrouw Geertje Gerritsen en Grietje Gerrits.

12-4-1751. Huwelijksvoorwaarden en momberstelling van Harmen Jansen en zijn onmundige dochter:
Is gecompareerd Harmen Jansen op het Vedders te Meer, weduwnaar van wijlen Geertjen Gerritsen, die wederom gaat trouwen en wel met Geertjen Jansen Grootenhuys van Varsen. De onmundige dochter is Hendrikjen Harmsen, momboir van vaderszijde is Roelof Reynders van Arrien en van moederszijde Harmen Lukassen op den Bergland tot Notmeer. De dochter krijgt haar moeders kleeren, linnen, wollen en kiste.

1751. Personele Quotatie. Hermen Jansen de Vedder.

27-2-1769. Verzetting van een hoekjen land den Appel Hof gen. geleegen te Meer door de wed. Vedders gedaan aan Jan Derks Kotman te Beerze voor f100,-:
Ik Frans Casimir Anne van Voerst met commissie van Zijne Doorlugtigsten Hoogheid den Heere Prince van Orange van Nassau Erfstadh. deezer Provintie etcin deese tijd Schout van Ommen en Den Ham doe kond en certificeere mits deesen, dat voor mij en keurnooten als waaren Evert Willems en Albert Jansen persoonlijk erscheenen is Geertjen Jansen wed. van wijlen Harm Jansen Vedder te Meer met Mannes Jansen van Junne als haaren verkozen en toegelaten momber gesterkt bekennende en verklarende ingevolge bij ’t leeven van haar wed. voorm. in den jaare 1751 opgerigt en alhier vestaande schuldbekentenisse weegens opgenomene en ten genoegen ontvangene penningen wettiglijk en deugdelijk schuldig te zijn aan Jan Derks Kotman te Beerze en desselfs vrouw en erfgenaamen eene capitale somma van Hondert Car. guldens, voor welker verlopene interesse van die tijd af aan tot heeden toe met gem. Jan Derks Kotman heeft geaccordeert voor vijf en twintig gulden eens, om van nu aan het capitaal van Hondert gulden gestilt en verrent te worden belovende dezelve voortaan jaarlijks ende alle jaaren tot de effictie aflossing toe, welke weeder met behoorlijke denuntiatie een half jaar voor de verschijndag zal mogen en moeten geschieden te verrenten met drie eerlijke guldens van hondert stellende, comparante tot een speciaal hypotheec onderpand een hoekje land den Appelhof genaamd geleegen bij het huys van rentgeeveren in de Buurschap Meer Carspel Ham ten einde de rentheffern daar aan bij onverhoopte wanbetaling voorschr. capitaal en interesse kosten schadeloos zullen kunnen en mogen verhalen. In kennisse der waarheid heb ik Scholtus voorm. deeze geteekend en bezeegelt, gelijk zulks meede tot verzoeke van de comparante voor haar door de Custer P.Hoefman gedaan is.
Actum Mennigeshave den 27 Febr. 1700 negen en sestig.
Was get. en gez. F.C.A. van Voerst Scholtus.

4-4-1775. Akkoord van Geertjen Jansen, wed. van wijlen Herm Vedders te Meer met haar dogter Geertjen Harms en desselvs bruidegom Arend Jansen ter Haar:
Ik F.Cas.van Voerst met commissie van Zijne Doorlugtige Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nassau, Erfstadhouder van den Provintie Overijssel etc.etc. te deezer tijd Schout van Ommen en Den Ham certificeere mits deesen dat voor mij en keurnoten als waaren Jan Jansen en Adolf Hendriks perzoonlijk erscheenen zijn Geertje Jansen, wed. van wijlen Herm Veder te Meer geadsisteert met Herm Schutmaat als haaren toegelaaten, verzogten momboir ter eenre, voorts haar stiefdogter Hendrikjen Herms, geadsisteert met Hendr. Gerrits Velthuis van Leusen als haaren momboir, dan nog haar dogter met name Geertje Herms thans met consent van haar moeder voormeld in ondertrouw verlooft aan Arend Jansen ter Haar van Archum alhier meede present, geadsisteert is met zijnen momboir Herm Schutmaat, verklaarende opgemelde comparanten tesamen het navolgende contract hebben ingegaan: Dat namentlijk Geertjen Harms met Arend Jansen ter Haar een wettig huwelijk zullen aangaan En het zulks na landswetten zullen voltrekken en dat des bruids moeder Geertjen Jansen Vedder aangeeft, cedeert en transporteert zulks ten kragtigsten regtens mits deesen aan voornoemde jonge luiden alle haare roerende en onroerende goederen, aktien en crediten, niets uitgezondert van met ook in haare boedel mag bevonden worden onder deeze nadrukkelijke voorwaarde en beding dat de aangeefster Geertje Jansen Vedder haar leeven lang halve vrugtgebruik en bestiering van huishouding, bouwerij van den aan zig met hebben gehouden zonder bij haar leenen daar in eenige inzage van de jonge luiden te zullen verwagten.
Waar en teegen zij Geertjen Jansen Veder neevens haar dogter Geertjen Herms en derselver bruidegom Arend Jansen ter Haar gestelt als voormeld bij deesen belooven uit den boedel uit te keeren aan Hendrikjen Herms voor ouderlijke erfportie als zij komt te trouwen eene somma van vijftig Car. guldens. Verder in bedde en kleederen zullen blijven voorzien zo lange zij ongetrouwd is, bij ziek of zugtigheid een ingang in het ouderlijke huis hebben en aldaar na huis vermogen onderhanden en verpligt werken; dog zal zij onverhoopt bij de jonge luiden niet konde weezen, zal haar ’t geld gegunnen worden en de bedden en kleederen als zij trouwt; voorts zo lange zij ongetrouwt is zal het snijdersloon en kost door de jonge luiden betaald en gegunnen worden. Verklaarende verders de gezamentlijke contractanten dit akkoord met zijnen bedingen te hebben ingegaan en het zelve in alle voorwaarden stiptelijk zullen nakoomen onder verband hunner persoonen en goederen.
Des ten waarheids oorkonde heb ik Scholtus voorn. de acte geteekend en gezeegeld gelijk sulks ten verzoeke van alle comparanten.

28-6-1776. Overdracht en transport van een hooiland:
Ik Fr.Casim.Anne van Voerst met commissie van Zijnen Doorlugstigste Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nassau Ervstadhouder deezer Provintie Overijssel te deezen tijd Schout van Ommen en Den Ham certificeere mits deezen dat voor mij en keurnooten die waaren Jan Jansen en Albert Jansen personelijk erschenen zijn Geertjen Groten, weduwe van wijlen Herm Vedder, in deezen zo veel nodig met Albert Arends als momboir gesterkt, voorts haar schoonzoon Arend Jansen en desselves vrouw Geertjen Herms, marito tutore, bekennende en verklaarende verkogt te hebben aan Jan Alberts Lijdeman, zijn vrouw en erven, voor eene somma van tagentig guldens ongeveer een halve dagwerk hooiland in de Snijders Maat bij Aalbers te Meer onder Den Ham uit het Erve Rymerink, waar in het na rato van het andere land ook de verpondinge en contributie betaalt, voorts verklaaren comparanten van de kooppenningen voldaan te zijn ende over zulks van gemelde land met eegt en geregtigheid, lusten en lasten als van ouds kragt deeses te doen cessie, transport en overdragt aan een ten erfelijken profijte van kooperen voornoemd, belovende het verkogte land te zullen wagten en waaren voor de evictie en opspraak als naar Landregte.
In waarheids oirkonde heb ik Scholtus voornoemd, deeze geteekent en gezeegeld, gelijk zulks op verzoek der comparanten voor hun door de Custor P.Hoefman meede gedaan is.
Actum Mennigeshave den 28 Juni 1776
F.C.A. van Voerst Scholtus P.Hoefman.

1783. Harmen Hendriks en Geertien Harms geven hun caterstede Vedders in onderpand op een lening van f 600,-.

1783. De goederen op Vedders worden geinventariseerd ten verzoeke van Hendrik ter Haar:
Een swart bonte coebeest, een swart spreeuwde coe, nog een swart coebeest, een swart bonten sterken kalf, een eeken kaste, een boeren kiste, 17 bonte Delfse schootels, 2 tinnen borden, 1 tinnen bier hengel, 1 tinnen theepot, 19 aarden bonte en witte borden, nog een boeren kiste, 8 koffij kopjes met 8 schoteltis Delftgoed en nog 4 schoteltjes, 6 ronde tinnen lepels, 1 rood koperen ketel, 2 ijsseren hoge potten, 1 rood koperen koffijketel, 1 water emmer, 1 ijsseren haal, 1 vuurtange, 1 ijsseren akke mes, 4 stoelen met stroo gewonnen, 1 klein stoeltje met stroo, 1 melk kerne, 6 ledige flessen op de kast, 1 haspel, 2 bedden, 1 laken, 2 kussens, 1 ijsseren lampe, een gedeelte rogge op de balken, en perceel hooi, 2 hengels, 1 wanne, 1 schuppe en greepe, 1 kruiwagen, 1 spint vat, 1 schot vorke, een ledder, een ½ mud land met rogge besaaid, nog een ½ mud land met rogge, 2 spint land met rogge, 2 spint land met witte weyte besaaid.
Gedaan te Meer 26 Maart 1783. H. Nagel onderschout te Den Ham.

30-7-1787. Hypotheek van Harmen Hendriks Nieuwenhuis, alias Vedder:
Ik W.A. van Laer Doct. Wegens Hoger Overheid verw. Scholtus van Ommen en Den Ham doe cont en certificeere dat voor mij en keurn. die waaren Willem Spanjert en Gerrit Bosch persoonlijk in den Gerigte erschenen zijn Harm Vedder van Meer en desselfs vrouwe Geertjen Harms, tutore marito, verklaarende wegens ter hunner genoegen ontfangen pennigen opregt en deugdelijk schuldig te zijn aan Harm Kotman, Albert Ramerman beyde woonagtig te Beerse, Carspel Ommen en Hendrik ten Kattelaar woonagtig te Wijhe ieder eene somma van twee hondert guldens, dus te samen ses hondert guldens, welke penningen sij comparanten aannemen jaarlijks en alle jaren tot de afloste toe te verrenten met drie en een halve gulden van ieder hondert, waarvan de eerste intresse zal verschenen sijn op Sunt Jacoby 1888 en dan van jaar tot jaar continueeren, de opsage sal so wel van de eene als andere sijde mogen en moeten geschieden, wanneer so met eene behoorlijke denunciatie een half jaar voor de verschijndag word los gekondigt en wel ieder voor hun aandeel.
Verbindende sij comparanten daar voor hun personen en goederen in ’t generaal en in ’t speciaal sij mobile goederen, so vee, saadgewassen en verdere huismeubels, als mede de katerstede met sijne onderhorige hoge en lage landerijen ’t Vedders genaamt gelegen te Meer, so en als ’t tans door rentgevers word bewoont en gebruikt, ten einde de renthefferen een ieder voor hun aandeel, erve of regt verkrijgende sig in val van onvermoedelijke van betalinge van capitaal en intresse sig daaraan kost en schadeloos sullen kunnen en mogen verhalen en daar het een en ander betaalt makende, alles onder renuntiatie van alle tegenstrijdige exceptien en beneficien regtens hier eenigszins contrarierende.
So kennisse der waarheid is deese door mij verw. Scholtus voorn. getekent en sij de comparanten beyde niet schrijven konden met een teken ondertekent en door ons gesegelt.
Actum Ommen den 30 july 1787, was getekent, W.A. van Laer
Dit is Y ’t merk van Harmen Vedder eigenhandig getrokken.
Dit is Y ’t merk van Geertjen Harms eigenhandig getrokken.

1795. Volkstelling.
Berend Jannessen en vrouw Geertjen Herms tot. 3 pers.

1808. Berend Vedder pers. quot.

25-7-1811. Berend Janssen Dekkers, alias Vedder treed opnieuw in het huwelijk; aanstelling voogden:
Op heeden den vijf en twintigsten July agtien hondert en elf compareerde voor mij J.P.J.de Quay Griffier des Kantons Ommen in functie van notaris publiek uit kragte van keyserlijk decreet bij respective inschrijving daar toe gequalificeerd.
Berend Vedder, wedunaar van wijlen Geertje Harms wonende den comparant in de Boerschap Meer in den gemeente Den Ham, alsmeede zijn voorkinderen Harmen Arends, Hendrik Jan en Aaltje Harms, tans alle drie meerderjarig zijnde,
te kennen gevende hij Berend Vedder niet in staat te zijn deszelfs huishouding, boedel en goederen, alleen te kunnen voortzetten en derhalve geresolveerd heeft zig na deesen in den huwelijken staat te begeven met Hermina Plaggemars, weduwe van wijlen Gerrit Lambers, hierbij present zijnde.
Voorts Geert Lambers en Klaas Kotten als op heeden voor den Vrederegter dezes Kanton aangestelde voogden over het minderjarige kind van opgemelde Gerrit Lambers met name Aaltje Gerrits.
De comparanten verklaren ten gevolge van het toekomstige huwelijk hier boven aangehaald in dezen voegens ontscheiden te zijn.
Dat voor alle regt en aanspraak het geene de gemelde kinderen Hendrik Jan en Aaltje Harms op den boedel hunner ouders of wel door het overlijden van haare moeder verkreegen hebben bij deesen word toebedeeld.
Dat eerstelijk en vooraf aan Harm Arends word belooft als komt te trouwen voor moeders erfportie de summa van zes gulden met het voorregt van ingang in het ouderlijke huis overeenkomstig zijn halve broeder en zuster en onder reserve van het geene hem nog uit dese boedel competeert ad zestien gulden. 2. Aan Hendrik Jan Harms zal uitgereikt worden wanneer komt te trouwen een bruinlakense rok als meede tot daar aan toe het nodige voerdoek met het regt om bij ziekte (ongehuwd) zijnde den ingang in deesen ouderlijken boedel te kunnen en mogen ingaan. Voorts dat in val hij Hendrik Jan Harms mogte verkiesen te gaan dienen als dan aan hem zal gegeven worden twee dragtige oijen of met lammeren, mitsgaders agt hemden, met die hij als dan heeft, zullende aan hem voor dit winter besorgd moeten worden een nieuw pijbuis; en eindelijk dat voor dit jaar aan gemelde Hendrik Jan Harms voor huurpenningen zal gegeven moeten worden een schaapje, drie gulden aan geld en linnen, zoals een ordinaire boerenknegt geniet.
3. Werd insgelijks aan Aaltje Harms mits deesen beloofd den ingang even alzo haar broeder hier voren toegezegt en bovendien wanneer komt te trouwen een doeken bedde met ordinaire veeren, wijders ieder jaar vijf pond vlas, indien er gewoon verbouw plaats heeft, blijvende al het geene zij comparante Aaltje Harms buiten huis met naijen verdiend ten haren privativen voordele, edog voor het overige werkt zij ten voordeele en ten dienste van den boedel.
En is voorts bij comparanten geconditioneerd, dat in val hij Hendrik Jans Harms of zuster Aaltjen Harms, ziek of zugtig mogte worden en een jaar ten laste dezes boedels zijn en hierop komen te overlijden dat als dan zijn of haare geheele nalatenschap ten voordeele van den ouderlijken boedel zal zijn, edog in val zulks geen plaats heeft en een hunner ongetrouwt komt te sterven, dat in zodanig geval zijn of haare nalatenschap zal devolveeren op de in leven zijnde zuster of broeder en een portie voor denzelven stiefvader, of wel bij overlijden ten voordeele en profijte van deesen boedel overgaan.
Hierna is aan zijde van Hermina Plaggenmars, weduwe Gerrit Lambers, opsigtelijk haar kind Aaltje Gerrits met de op heeden aangestelde voogden en toeziende voogd Geert Lambers en Klaas Kotten te zijn geconvenieerd over de pupillen haar overleeden vaders erfportie te zullen ontvangen de summa van tien guldens met den ouderdom van twaalf jaar en wijders met belofte aan zijde van Berend Vedder dat hij dit kind voor eigen en egt aanneemt om in egale portie te erven en deelen, zo in diervoege naar de wet behoord.
Verklarende comparanten reciproque dit vorenstaande contract invoegen als daar bij is omschreven alzo met de kinderen te zijn overeengekomen met belofte om het zelve te zullen nakomen en agtervoegen gelijk zulks behoord.
In oirconde is deeze door mij Griffier voornoemd getekend en gezegeld en waren hier aan en over als getuigen Jan Kok en Gerrit Kotterink die de acte deses hebben getekend nevens de comparanten; dog de vijfde comparante kan niet schrijven, gepasseerd op datum als boven.
Jan Kok   Den Griffier voorm. J.P.J.de Quay
G.Kotterink    Berent Verder    H.Plagemars    H.Arends
H.J.Vedders    Dit + merk is door Aaltje Harms in juditio getrokken   G.Lambers    K.Kotten.

19-5-1812. Akte van bekendheid van Berend Vedders:
Op heeden den negentienden Mey agtienhondertentwaalf compareerde voor ons Elias de Vries plaatsvervanger des Vrederegters van het Kanton Ommen, arrondissement Deventer, Departement der Monden van den IJssel, Berend Vedders, landbouwer wonende in de gemeente Den Ham, voordragende van voornemens te zijn van zig in het huwelijk te begeven met Mijntjen Jansen, weduwe van wijlen Gerrit Plaggemars, dat hij wegens het overlijden van zijnen ouders en grootouders buiten staat is in de nodige doodattesten te kunnen produceeren int hoofde ten tijde van het overlijden derzelve geene aantekening van dooden in de gemeente Hellendoorn is gehouden, zoo dat hij volgens de wet door ene acte van bekendheid zal moeten aanvullen ten welken einde op zijn verzoek na voorgaande oproepinge voor ons plaatsvervanger zijn verschenen:
1.Egbert Fienwever oud zeventig jaar.
2.Gerrit Jan Fokkert oud negenenzestig jaar.
3.Jan Grobben oud vijftig jaar.
4.Jan Scholten oud zesenveertig jaar.
Alle vier landbouwers, wonende in de Boerschap Eelen gelegen in de gemeente Hellendoorn.
Dewelke hebben verklaard zijn vader Jannes Roelofsen Dekkers en moeder Geertjen Lamberts zeer wel te hebben gekend en wel weeten dat zijn vader voor ongeveer dertig jaar en zijn moeder voor ongeveer veertig jaar in de Boerschap Eelen zijn overleeden en begraaven, alsmeede zijne grootouders welke voor lange jaaren geleeden aldaar zijn overleeden en begraven.
En hebben wij hiervan deze acte opgemaakt dewelke door comparanten benevens onsen Griffier is ondertekend, uitgezondert Egbert Fienwever, Gerrit Jan Fokkert en Jan Grobben, welke verklaarden van niet te kunnen tekenen nog te kunnen schrijven.
Jan Scholten    E.de Vries    J.P.J.de Quay Griffier.

19-5-1812. Akte van bekendheid van Mijntje Jansen:
Op heeden den negentienden Mei agttienhondertentwaalf compareerde voor ons Elias de Vries, plaatsvervanger des Vrederegters van het Kanton Ommen, Arrondissement Deventer, Departement der Monden van den IJssel, Mijntjen Jansen, weduwe van weylen Gerrit Plaggemars wonende in de Boerschap Meer, geleegen onder den gemeente Den Ham, voordragende van voornemens te zijn van zig in het huwelijk met Berend Vedders, landbouwer, dat zij wegens het overlijden van haare ouders en grootouders buiten staat is om de noodigen doodattesten te kunnen produceeren uit hoofde ten tijden van het overlijden derzelve geene aantekening van dooden in de gemeente Hardenberg is gehouden zoodat zij zulks ingevolge de wet door ene acte van bekendheid zal moeten aanvullen ten welken einde op haar verzoek na voorgaande oproepingen voor ons plaatsvervanger zijn verscheenen:
1.Harmen Swijse oud eenenzeventig jaar.
2.Hendrik Koning oud vijfendertig jaar.
3.Harmen Liese oud vierendertig jaar.
4.Jan Koning oud drieendertig jaar.
Alle vier landbouwers, wonende in de gemeente Hardenberg, dewelke hebben verklaard haare vader Jan Jansen en moeder Aaltjen Gerrits zeer wel te hebben gekend en wel weeten dat haar vader ongeveer agttien jaar en haar moeder voor ongeveer drieentwintig jaar in de Boerschap Loosen zijn overleeden en in Hardenberg zijn begraven; ook hebben zij zeer wel gekend haare grootouders welke voor lange jaaren geleeden aldaar zijn overleeden en begraven. En hebben wij hiervan deeze acte opgemaakt, dewelke door comparanten benevens onzen Griffier is ondertekend.
H.Luyse    H.Koning    H.Swijse    Jan Koning    E.de Vries
J.P.J.de Quay Griffier.

21-4-1814. Aanstelling voogd:
Op heeden den eenentwintigsten April des jaars achttienhondertenveertien compareerde voor ons Alexander Carel Bouwmeester, Vrederegter van het Kanton Ommen, Arrondissement Deventer, Departement der Monden van den IJssel, Mina Jansen, weduwe van weylen Berend Fedders, landbouwersche, wonende onder de gemeente Den Ham, te kennen gevende van voornemens te zijn haar in het huwelijk te begeven met Jannes Warmelink, waarom zij ons verzogt dat voor haar minderjarige kind, met name Geertjen, in egte verwekt bij haar bovengenoemde overleden eheman, een toeziende voogd mogte worden toegevoegd ten welke einde haar verzoek de navolgende vrienden en nabestaanden voor ons Vrederegter voornoemt zijn verschenen:
Jannes Dekker aangetrouwde broer van den overleedene en wonende onder de gemeente Hellendoorn.
Geurt Schuurman landbouwer.
Gerrit Schutmaat landbouwer, goede vrienden en nabuuren van den overleedene bij gebreeke van verdere nabestaanden van vaders zijde, wonende bijde in de gemeente Den Ham.
Albert Middendorp landbouwer, aangetrouwde oom van moeders zijde.
Klaas Korten landbouwer, wonende bijde bovengenoemden in de gemeente Den Ham.
Jan Kok herbergier, wonende in de gemeente Ommen, bijde laatsten goede vrienden van moeders zijde, bij gebreke van verdere nabestaanden van moeders zijde.
In welken nabestaanden en vrienden met ons over de benoeming van eenen toezienden voogd over meergemelde minderjaarige geraadpleegd zijnde, hebben wij tot toeziend voogd over meergemelde minderjarige benoemd Geurt Schuurman, goede vriend en nabuur van den overleedene, welke hier present zijnde, verklaard heeft voornoemde aan te neemen en heeft daarop dadelijk den eed in onze handen afgelegt om die post wee en getrouwelijk te zullen waarnemen.
Waarvan wij Vrederegter deze acte hebben doen opmaken dewelke door de stemhebbende leeden der comparanten en toeziend voogd benevens onzen Griffier hebben ondertekend, uitgezondert Jannes Dekker, welke verklaart heeft nadat hem deeze acte waare voorgeleezen van niet te kunnen schrijven.
Mijne Jansen wed. Berend Fedders       Geurt Schuurman
Gerrit Schutmaat       Albert Middendorp           Klaas Kotten       Jan Kok
A.C.Bouwmeester              Vrederegter J.P.J.de Quay Griffier.

In 1832 is Jannes Derks (Warmelink) eigenaar van de boerderij.

Circa 1840 is de boerderij, die eerder ca 150 mt verderop naar achteren stond, afgebrand en herbouwd op de huidige plek.

In 1847 lenen Gerrit Jan Heuver en Geertje Vedders op Vedders f 500,- met als onderpand hun boerderij en erf.

7-2-1879. Testament Geertje Vedders (1812-1888):
Heden der zevenden february achttien honderd negen en zeventig compareerde ten huize van de weduwe Lubbertje Ravenshorst onder Den Ham voor mij Frederik Willem Nicolaas Mulert, notaris in het arrondissement Zwolle, residerende te Ommen, in tegenwoordigheid der nagenoemde en bij mij bekende getuigen:
Geertje Vedders, weduwe van Gerrit Jan Heuver, landbouwster, wonende te Meer onder de gemeente Den Ham, welke comparante voor mij notaris bekend, verklaarde op heden bij testament te willen beschikken en daartoe dan ook dadelijk overgaande. Zoo heeft zij comparante aan mij notaris in tegenwoordigheid der getuigen haren uitersten wil nader zakelijk opgegeven, Zooals die opgave ook reeds vroeger door haar buiten de tegenwoordigheid der getuigen aan mij notaris was gedaan en het opstel door mij gereed gemaakt, hetwelk ik in duidelijke bewoordingen heb doen schrijven, zoodanig als die wil door de erflaatster aan mij zakelijk was opgegeven als volgt:
Ik herroep alle vroegere door mij gemaakte testamenten.
Ik benoem en stel mijnen zoon Berend Jan Heuver en hij voor mij overlijdende als dan zijne kinderen bij plaatsvervulling tot den eenigen en universelen erfgenaam of erfgenamen mijne geheele nalatenschap, zoowel roerende als onroerende goederen, niets hoegenaamd uitgezonderd, onder verpligting echter om al de schulden en lasten mijner nalatenschap te betalen en uit te keeren aan ieder van mijne overige kinderen genaamd Willemina Heuver, gehuwd met Helmig Bossink, Aaltje Heuver en Alberdina Heuver, gehuwd met Albertus Visscher, eene som van een honderd gulden.
Daarna heb ik notaris dezen uitersten wil aan de comparante testatrice voorgelezen en na die voorlezing aan haar afgevraagd of het voor deze hare uiterste wil bevat, hetwelk zij met ja heeft beantwoord, alles in tegenwoordigheid van getuigen.
Waarvan acte.
Gedaan en verleden in tegenwoordigheid van Jan Hendrik Mensink landbouwer, Evert Smit notarisklerk, wonende beide binnen de stad Ommen als getuigen die melde comparante testatrice, benevens mij notaris deze acte na gedane voorlezing hebben onderteekend.
G. Vedders F.W.N. Mulert notaris E. Smit J.H. Mensink.

Anno 2005 wordt erve de Vedder aan Meersendijk 12 bewoond door de 5e generatie Heuver.